2023
Ik ben blij dat 2022 voorbij is. Veel dierbaren heb ik in het afgelopen jaar verloren, onder wie mijn twee oudste zussen en een altijd ook met mij meelevende nicht. Bovendien ging de corona wel voorbij maar niet over en maakte die plaats voor een nieuwe overval: oorlog tussen Rusland en Oekraïne. Er kon nog meer bij: milieu-ellende en boerenopstand, algemene ontevredenheid over de politiek en kerkelijk verval. Ik weet wel: een nieuwe veelbelovende baby in de familie door wie mijn buurman-broer en zijn vrouw enthousiaste grootouders werden, een paus op het goede spoor en een veelbelovende kroonprinses, dus al met al ga ik maar niet terugzien maar vooruitkijken. Wie weet worden onze goede wensen dit jaar meer waar dan in het vorige, ik wens het u allen toe.
Kardinaal Willebrands
In 2020 is er een uitstekende biografie verschenen van Johannes Willebrands, Westfries – seminariedirecteur – oecumenekardinaal en r.-k. aartsbisschop van Utrecht. (Dat r.-k. moet erbij, want er is nog een andere: de oud-katholieke). De uitmuntend geïnformeerde en vlot schrijvende auteur is de Vlaamse hoogleraar religiehistorie Karim Schelkens die zijn coronajaren eraan heeft besteed. Net toen paus Ratzinger overleed, las ik het Willebrands-boek met veel herkenning en instemming. Het geeft een schat aan achtergrondsinformatie over hem en zijn (onze, mijn) tijd. In de jaren 1957-1959 maakte ik hem mee toen hij directeur was van het Warmondse philosoficum. We hadden een soort eerbied voor hem omdat hij ons wereldje openbrak met zijn (vaak humoristische) verhalen over ‘de oecumene’ en ons voorbereidde op het Tweede Vaticaanse Concilie. Ik ben hem steeds blijven volgen en wij vonden onszelf een soort conciliepriesters die meer aan zijn kant stonden dan aan de kant van Ratzinger en de zijnen. Deze biografie is een eyeopener.
Willebrands kwam vaak bij zijn ouders en familie in Hoorn: altijd vriendelijk en humoristisch. En altijd waardig. Al hebben we hem als studenten wel een keer op een stoel weten te doen staan, zodat we hem konden toezingen bij zijn zilveren priesterfeest. Hij riep zelf: ‘Ik ben de feesteling, hoera, hoera, hoera!’ Ik heb er nog een foto van.
Paus Ratzinger
Een van de figuren die in het boek over Willebrands aan de orde komen, is de onlangs overleden paus. Die dacht, al hingen beiden de ‘nouvelle theologie’ aan, anders dan de Bovenkarspeler. Meer als bewaker van de voorrang van het roomse katholieke geloof tegenover ‘de (on)waarde van de verbrokkelingen’. Ik heb zijn Jezus-boeken gelezen, maar vind ze saai en bevooroordeeld, hoe theologisch deskundig ook. Vooral het ‘boven de wereld uitstijgende’ (Plato – Augustinus – Trente) irriteert me: alsof er twee werelden bestaan: een van de mensen en een van God.
Vuurwerk en geknal
Vanaf het middaguur was er ook in onze straat op oudejaarsdag aan één stuk door oorverdovend geknal met lichtflitsen en brand van vuurwerk. Ik ben dit jaar voor het eerst na jaren niet naar mijn geboortedorp en mijn familie gegaan om mijn huis te bewaken. Maar of ik nu voorstander ben van een verbod? Het gaat om een eeuwenoude traditie, waarschijnlijk ouder dan de kermissen, sommige jongeren en betalende vaders geeft het kennelijk veel plezier en ik ben voorstander van vier- en feestdagen vanuit historisch bewustzijn. Trouwens: hoe zouden de overheid en de politie zoiets algemeens kunnen wegverbieden? Dan wordt het een gevecht tussen jeugd en gezag. Ik hoorde een achtergrondsverklaring ervan: het is een guerrilla tegen de rationeel geschoolden (ambtenaren, rationalisten enz.) die dominant zijn in onze maatschappij. De minder ontwikkelden, de primitieve onderklasse, reageren daarop vanuit hun weggedrukte gevoelswereld. Rousseau tegenover Voltaire?
Hoevinudie?
De achterkanten van de dagelijks wisselende blaadjes van mijn dagkalendertje bevatten soms flauwe grapjes of niet-boeiende informatie. Maar ook wel eens iets waar ik van opkijk. Wist u dat er vroeger ook een paar keer een Twaalfstedentocht werd verreden? Twee keer: een in 1676 door vier Zaankanters en een in 1822 door twee broers: Klaas en Willem Oostindië. Ze reden de ruim 320 kilometer langs de steden van de Zuiderzee, waaronder Hoorn, in 24 uur en een kwartier. Weer wat geleerd!