Allerzielen – Torenklokken – Nogmaals Qatar – Nogmaals Boodschappen – Hoevinudie?

Allerzielen – Torenklokken – Nogmaals Qatar – Nogmaals Boodschappen – Hoevinudie?

Allerzielen
Dit jaar leek het herdenken van de overledenen op Allerzielen (2 november) sterker dan in voorgane jaren aanwezig te zijn in de actualiteit. Niet alleen de kerken -ook de protestantse- maar daarnaast ook de kranten, tijdschriften, radio en teevee en gespreksgroepen bleken er gevoelig voor te zijn. In elke familie is er volgens de berichtgeving in de afgelopen periode wel iets gebeurd wat daartoe aanleiding heeft gegeven: coronasterfte, verouderingsoffers, ongevallen, misdaden, welvaartsziekten, euthanasie, suïcide (zelfs onder jongeren), miskramen, enzovoorts. In onze familie -het laat ons niet los- het verlies van onze twee oudste zussen. In mijn hart en hoofd komt steeds een gedichtje van vroeger naar boven: Mijn zus en mijn zus -God geve hun vree- zijn beiden niet hier: de dood nam hen mee.

Torenklokken
Eergister kreeg ik een intrigerende mail: Weet jij wat Dispergos voco betekent? Ik natuurlijk op zoek. Google hielp me erachter te komen. Het bleek een van de drie opschriften te zijn die vroeger op de kerklokken in oude kerkgebouwen werden gebeiteld. Als er -zoals het hoorde- drie hingen van verschillende grootte en (harmoniërende) toonhoogte, presenteerde de kleinste zichzelf met ‘’defunctos (of: ‘mortuos’) plango”: ik beklaag de doden. De middelste stelde zich voor met “vivos (of: ‘dispergos’) voco”: ik roep de levenden (of: de verspreiden). En de derde, de zwaarste en laagsttonige, liet zich kennen als “fulgura frango”: ik breek het bliksemgedonder (bij brand of onweer). Als er maar één klok aanwezig was, stond er soms op: ‘dispergos voco’ wat misschien ook naar de niet-kertksen of afgedwaalden verwees.
Weer wat geleerd.

Nogmaals Qatar
Sinds ik voetballiefhebber ben geworden -passief uiteraard-, ben ik daarmee verzeild geraakt in een gewetenskwestie waar ik het met u in een vorig bericht al over gehad heb: sta ik daarmee achter de kapitalen aan inkomsten van de toppers en de kapitalistische uitbuiting van de arbeiders in Qatar? Of: Ga je niet en kijk je niet? Ik ben er niet uit, net als W.-A. en M. Voorlopig volg ik de twijfelende columnschrijver van Trouw: ik ga kijken terwijl ik me schaam. U hoort nog van me!

Nogmaals Boodschappen
Onlangs deelde ik u al mee dat ik niet graag boodschappen doe. Mede door (soms) het herfstweer en de verbouwing van mijn vaste supermarkt beperk ik mezelf op dit punt zo veel mogelijk. Nu maakte ik daardoor een rare vergissing. Mijn ‘bon’, die ik altijd opvraag ter bestudering, liet een aanzienlijk hoger bedrag zien dan het gewone. Ik foeterde: zie je wel, ze verdienen schatten aan ons en alles is duurder geworden. Pas bij enig doordenken drong het tot me door dat de bon ook veel langer was dan vroeger omdat ik minder vaak de winkel betrad.

Hoevinudie?
Tot mijn verrassing had een van de oudere dames in wier gezelschap ik zowaar kwam te verkeren, haar poesie-album van vroeger in haar handtas om ons te laten zien. Ik las erin een ‘gedichtje’ dat ik uit mijn hoofd kon opzeggen en dat u misschien ook nog wel kent: Goede morgen, Maandag! Hoe gaat het met Dinsdag? Doe de groeten aan Woensdag. En zeg tegen Donderdag dat ik aanstaande Vrijdag -met de trein- van Zaterdag tot Zondag kom logeren!
Ik vroeg me af of er in zulke ‘albums’ ook nog echte dichtkunst werd meegegeven. En ja hoor, ik vond: Vijftien Jan-nu-Arie, moet je weten, ben ik de wereld ingesmeten!