Caesar – Pinksteren – Vogels – VU-boek – Paardekooper: hoevinudie?

Caesar – Pinksteren – Vogels – VU-boek – Paardekooper: hoevinudie?

Giulio Cesare
In het bekende Amsterdamse Tuschinski-theater zag en hoorde ik afgelopen zondag de topopera van Georg Friedrich Händel over Julius Caesar en zijn geliefde Cleopatra in Egypte. Het schijnt Händels chef d’oeuvre te zijn geweest en ik kan me dat indenken. Vooral nu de superopvoering ervan die met alles erop en eraan dit jaar in het Metropolitan Theatre van New York werd gepresenteerd, via het filmdoek doorkwam in Amsterdam en ik daarbij was. Geweldig, zowel wat de zang -met veel castraatvervangers- als wat het spel en de enscenering betreft. Ik werd er volledig door overweldigd. Ook het thema boeide me: was Caesar ergens ook een edel mens en Cleopatra meer dan een sluwe verleidster of waren ze allen egoïsten die niets gaven om het leven van anderen? Händels muziek ligt goed in het gehoor maar is soms ook wat ‘veel van hetzelfde’, maar dat werd gecompenseerd door de artistieke gymnastiekoefeningen (‘balletten’?) waar je je ogen bij uitkeek. Wat er tegernwoordig -ook technisch- mogelijk is in de operawereld gaat alle vroegere opvoeringen te boven.

Pinksterpreek
Morgen in Avondlicht en zondag in Onderdijk mag ik weer een pinksterpreek houden. Eigenlijk wil ik laten zien hoe de moderne theologie zich losmaakt van vastgeroeste ideeën, maar ik doe dat aan de hand en een heel traditionele geloofsuiting: het kruisteken. Ik heb al eens eerder verkondigd dat je daar het verticale en het horizontale van onze geloofsbeleving in kunt zien -afgezien van het kruis van Jezus- maar nu wil ik het meegeven als een kans om een eigen aansprekelijk aspect van de zgn. drie-een-heid uit te kiezen in je persoonlijke, subjectieve beleving: de een voelt zich meer ‘beschermd’ door ‘Onze Vader’, de ander bewondert ‘de Zoon’ en volgt diens voor-beeld na en een derde voelt kracht en inspiratie bij ‘de Heilige Geest’. Deze laatste dimensie is natuurlijk speciaal aan de orde met Pinksteren: feest van de Geest!

Vogels
Ik ben sinds gisteren een illusie armer. Terwijl mijn buurman katten lief vindt -en ik niet-, ben ik gek op vogels. In mijn tuin hebben ze hun paradijs: elke dag duur gekocht vogelvoer en vers drink- en badwater. Mezen, merels, kauwtjes, tortels, mussen, vinken, eksters: ik discrimineer niet. Laat ik nu gisteren, toen ik het dagelijkse vogelmenu kwam brengen, een oorlog ontketenen!! Compleet met overwinnaars en slachtoffers! Toen de tortels er het eerste bij waren, kwamen de eksters op ze af. Mijn lievelingstortel werd aangevallen en als een misdadiger gemarteld. Ze joegen hem (haar?)  op de grond en hakten zo met hun snavels op hem/haar in dat hij/zij de nodige veren verloor en tot bloedens toe werd gewond. Hij/zij kon niet meer vliegen en verschool zich onder de bladeren van de lelietjes van dalen. Daar heeft hij/zij uren ondergedoken gezeten tot hij/zij stiekem kon wegsluipen. De oorlog is nu (voorlopig?) voorbij maar ik houd die roteksters in de gaten: een hockeystick staat klaar.

VU-boek
Van een gulle collega -dominee-  kreeg ik een dik boek dat ik nu met genoegen lees. Het boek van A. Th. van Deursen over de geschiedenis van de Vrije Universiteit waaraan ikzelf in de zestiger jaren studeerde en waar ik de toenmalige studentenrevolutie meemaakte. Hoe er -vooral door Abraham Kuyper- protestantse verzuiling werd doorgezet en hoe men daar (gelukkig!) in de zestiger jaren van terugkwam. Veel parallellen met de r.k. ver- en ontzuiling, maar toch ook heel verschillend daarvan. Ieder een eigen nestgeur!

Hoevinudie?-Paardekooper
Van de week is de grote taalgeleerde dr. P. C. Paardekooper (1920-2013) overleden. Deze eigengereide Zoeterwouder heeft heel wat losgemaakt op taalkundig gebied en was indertijd zeer omstreden. Met zijn originele syntaxis-systeem -later overvleugeld door Chomsky- heeft hij ook allerlei herkenbare taalverschijnselen onder de loep genomen, die in de klassieke grammatica niet waren opgemerkt. Een leuk voorbeeld is (wonderlijk toeval!) de titel van dit rubriekje: ‘hoevinudie?’ Paardekooper  wijst erop dat het werkwoord ‘vinden’ in deze constructie alleen ‘van mening zijn, beoordelen’ kan betekenen en niet ‘aantreffen, opsporen’. Dat komt door het weglaten van de dt vóór de u. Controleert u maar! Niemand zal de titel van dit rubriekje ervaren als een vraag naar hoe u iets ontdekt op opgespoord hebt. Er wordt natuurlijk gevist naar uw mening. Er zitten allerlei wondertjes in onze taal!