Corona
Het valt niet mee een beetje ongedeprimeerd te blijven in deze donkere dagen, nu de regering noodgedwongen strengere maatregelen heeft moeten nemen. De toenemende wintertijd heeft toch al zijn beperkingen, maar de combinatie daarvan met het bestrijden van de verspreiding van het mondiale epidemievirus is voor velen van ons een zware opgave. Ik houd me maar aan de opvatting die in Buitenhof naar voren kwam: we zullen met corona moeten leven als met de griep: die krijg je niet de wereld uit, maar met vaccinatie en voorzichtigheid kun je daar wel mee leren omgaan zonder veel levensgevaar. Vergeet de mooie dagen van toen en van nu niet!
Bijbelvertalen
Intussen heb ik het ‘bijboek’ van de verbeterde nieuwe bijbelvertaling (NBV21) aangeschaft en ben ik al aardig gevorderd in de boeiende en zeer deskundige inhoud daarvan. Het heet ‘’De vertaalmethode toegelicht’’ en brengt aan het licht wat er allemaal komt kijken als je bij vertalen recht wilt doen aan grondtaal en doeltaal. Ik dacht dat ik daar vroeger best voldoende over had geleerd, maar nu ga ik pas beseffen hoe vertalen een heel eigen deskundigheid vereist waarbij allerlei voetangels en klemmen -in dit geval vooral van de bijbel- een rol spelen. Hebreeuws staat immers nog verder van onze taal af dan Grieks en dat heus niet zozeer vanwege het verschil in alfabeth. Vooral de uitvoerige informatie over consistentie en concordantie boeide me hogelijk. Ik heb intussen grote hoogachting en bewondering gekregen voor de deskundigen op dit gebied.
Taal in de praktijk
Nog een taalobservatie! Bij het verder nadenken over hoe wij vroeger een vreemde taal leerden, kwam bij mij een herbeleving boven van de situatie waarin je terecht kon komen als je voor het eerst naar een buitenland ging waarvan je de taal een beetje van school had meegekregen. Op je hotelkamer aanbeland oefende je alvast je aangeleerde woordenschat voor je naar de bar of de eetzaal ging. Maar daar aangekomen maakte je je zinnen veel te ingewikkeld -`Is there here a possibility to go to the toilet?’- en dan bleek dat je juist de woorden die je nodig had niet beschikbaar had. Wat waren ook al weer de woorden voor ‘kurkentrekker’, voor ‘schoenlepel’, voor ‘klerenhoutje’, voor ‘jonge borrel’? Wat voor ‘servet’ of ‘zakdoek’? Praktische termen leerde je niet in het voorgezet onderwijs. Later zorgde ik er wel voor een woordenboekje in mijn koffer te duwen!
Bollen
We hadden dit jaar een mooie meevaller bij het inplanten van de tulpenbollen in onze voortuin. Half november is het daar de juiste tijd voor, dat heeft mijn vader me vanaf mijn vroegste jeugd geïndoctrineerd. Nu maakte een van de Westfriese bollenbedrijven uit de Streek in de krant bekend dat het dit jaar zijn honderjarig bestaansjubileum wilde vieren met het gratis beschikbaar stellen van een uitgebreide doos verschillende soorten en kleuren bollen aan instellingen met een sociaal doel. Om in het voorjaar daarmee te pronken. Wij erop af en ja hoor: een grote hoeveelheid tulpen, krocussen, hyacinten, narcissen, blauwe druifjes, sieruien en sneeuwklokjes viel ons toe. Ze houden zich voorlopig schuil in onze ondergrondse leefwereld, maar we rekenen erop dat ze ons in het komende voorjaar de corona-ellende een tijdje zullen doen vergeten. Proficiat, jubilerende weldoener!
Hoevinudie?
Ons leven is tijdelijk maar de herinnering duurt voort. (Cicero)