Dantons dood – Mof – Shirley Temple – Lente – Hoevinudie?

Dantons dood – Mof – Shirley Temple – Lente – Hoevinudie?

Dantons dood
Ik moet het nog gaan zien, maar ik heb er al een mening over. Ik las de recensies van Georg Büchner’s toneelstuk ‘Dantons dood’, dat in deze dagen wordt opgevoerd door Het Amsterdams Toneel met als sterren Gijs Scholten van Aschat, Hans Kesting en Halina Reijn. Ook nu weer wordt het stuk ervaren als een praatstuk. Moderne acteurs zijn door allerlei technische hulpmiddelen tegenwoordig heel gemakkelijk in staat lange dialogen te memoriseren en in een prima dictie te berde te brengen. Bewonderenswaardige vakmensen op dat gebied, waar heel wat tv-presentatoren een voorbeeld aan zouden moeten nemen. Maar toneel is niet alleen voordrachtskunst maar allereerst voorbrengkunst. Drama betekent eigenlijk: doen geschieden. Mijn vroegere leermeester op dit gebied, Erik Vos, heeft (mede gestimuleerd door de actie Tomaat?) met al zijn inventiviteit geprobeerd te laten zien dat praatstukken toneelonwaardig zijn, tenzij ze worden gebracht in de vorm van een echt gebeuren, waardoor de toeschouwers van luisteraars tot meebelevers worden gemaakt. Toneel is -simpel gezegd- meer doen dan praten. Het praatgehalte schijnt het negatieve punt te zijn van bovengenoemde opvoering. Dat wordt, als ik het goed begrijp, aan het eind van de avond pas enigszins gecompenseerd door de inbreng van de grote groep mensen waar Adelheid Roosen mee aan komt zetten. Het thema van het stuk daagt me overigens wel uit erheen te gaan.

Mof
“We doen ons best, zonder erop te poffen. Maar toch krijgen we ze wel, die Moffen!” Deze wonderlijke tekst spookt van jongsaf aan in mijn hoofd. Want iemand (een ‘onderduiker’?) had dit tijdens de oorlog geschreven op de binnenkant van het bouwersboetje waar ik met mijn vader en broers nogal eens verbleef tijdens de ‘konkeltijd’. Tot mijn verbazing las ik in mijn etymologisch woordenboek dat het woord ‘Mof” voor ‘Duitser’ al gebruikt werd in de zestiende eeuw (1574). Het was een soort scheldwoord voor de bewoners van het heerszuchtige buurland aan de oostkant van ons gebied. Het woord betekende oorspronkelijk ‘scheve bek’ en kreeg als uitleg: ‘bars iemand’. Reeds van stadhouder Maurits (1567-1625) werd volgens prof. Van Deursen gezegd dat hij ‘een echte Mof” was: zijn moeder en eigenlijk ook zijn vader waren Duits: Moffen dus. Wel keurig met een hoofdletter! Gelukkig past die negatieve kwalificatie niet meer bij de meeste moderne Duitsers.

Shirley Temple
Als kind kreeg ik van mijn vader een liedje mee dat in ons huis vaak gezongen zou worden. De tekst begon met ‘En un koetsi en un lollipop’. Ik had geen idee wat het betekende, maar het zong lekker. Vorige week is in Californië Shirley Temple (85) overleden. Zij was al op driejarige leeftijd een kindzangeresje, met groot succes door haar vrijmoedig optreden. In de oude beelden over haar op de televisie kwam het liedje door: ‘On the Good Ship Lollipop’. Begrijpen doe ik het nog niet, maar nu weet ik dat mijn ouders indertijd fans moeten geweest zijn van die Shirley.

Lente
Zou het al zover zijn? In onze tuin hier breekt er al van alles uit de grond. Terwijl we eigenlijk nog wachten op winter. En we hebben iets ontdekt: sneeuwklokjes zaaien zich -buiten onze regie om- uit op allerlei plekken. Ze verspreiden zich zonder dat er een mens aan te pas komt naar onverwachtse hoeken en gaten. Zou het iets met vogelpoep te maken hebben?

Hoevinudie?
Sven Kramer en Koen Verwey ruilen op hun kamer in Sotsji hun Olympische medailles terwijl het beddenopmakende kamermeisje -toevallig een Nederlandse- die dat ziet, uitroept: ‘Het is niet alles goud wat er blinkt!’.