Donkere Dagen – Russen – Klussen – Advent – Hoevinudie?

Donkere Dagen – Russen – Klussen – Advent – Hoevinudie?

De Donkere Dagen voor Kerst
Vanmorgen viel hier de eerste (natte) sneeuw van dit seizoen. Wie weet wat we nog verder over ons uitgenipperd krijgen, maar ik ben intussen niet meer ingesteld op een witte winter. Want ik moet in mijn geheugen echt een flink aantal jaren teruggaan om een beeld van mijn huis terug te vinden in maagdelijke wintertooi. Mij staat nog wel bij dat ik in het eerste jaar dat ik hier in Hoorn woonde (1984-1985) ’s morgens voor het raam stond en de mij intussen bekende conrector van Werenfidus zag glijden en struikelen in de hardgeworden sneeuw van de straat tussen de Koepoortsweg en de Drieboomlaan, op weg naar zijn school. En de voorbijkomende leerlingen lachen! Had-ie maar vrij moeten geven!
In mijn vroegste jeugd gleden we met onze sleetjes dijkafwaarts naar het onderpad van Onderdijk. Soms waren er daar toen huizen volledig ondergesneeuwd en vertelde de meester op school over Eskimo’s en hun iglo’s waarin je het zonder kachel toch niet koud kreeg. Eheu, fugaces…!

De Russen komen niet
In de vijftiger jaren werd ons -ook op Hageveld- soms de schrik op het lijf gejaagd als er ergens onverwachts lawaai te horen viel: ‘De Russen komen’ riep men dan. Een paar jaar later waren het de Chinezen of -weer- de Moffen, maar gelukkig kwamen ze niet. Daar moest ik aan denken toen ik de beslissing hoorde dat de Russische sporters niet namens hun land op de Olympische Spelen mogen verschijnen. Wat zou u doen als uw land in de fout was gegaan? Dan maar namens een ander land en je nationale trots ondergeschikt maken aan je sportcarrière? Verondersteld natuurlijk dat je niet persoonlijk betrapt en veroordeeld bent. Hoe zou het zijn als een Nederlandse troefkaart dit zou zijn overkomen? Of zijn die niet zozeer gevoelig voor ‘nationale trots’? Ook Friezen niet?

Klussen
Er waren de afgelopen dagen in ons huis heel wat klussen te doen. Vroeger was ik daar zelf niet vies van: het heette toen knutselen (of: ‘prutsen’!) en met primitieve middelen wist ik elke schemerlamp weer aan het branden te krijgen. Maar nu moest er heel wat meer gebeuren en dat liet ik graag aan anderen over: sloten repareren of vervangen, vloerbedekking leggen, kastjes repareren, toiletspoelbak vernieuwen enz. enz. Wat me daarbij opviel dat de een daar veel meer toe geneigd is dan de ander. De indeling ‘mannen kunnen dat, vrouwen niet’ is onjuist en veel te grof, maar het is wel zo dat de een het veel meer in de vingers heeft dan de ander. en de een beleeft er veel meer plezier aan dan de ander en heeft het dan ook sneller onder de knie. En je moet er natuurlijk niet te lui voor zijn, want ieder kan het leren! Jammer dat ik er nu te oud voor word!

Advent
Het is weer zo ver: de Adventsweken. Het is me in de loop der jaren op gaan vallen dat de een bij het uitspreken van dat woord de klemtoon anders legt dan de ander. Ook insiders zoals dominees en andere geestelijken zijn daarin verschillend: de een zegt advént, de ander ádvent. Van Dale kiest voor het eerste, wat ik logisch vind omdat het woord beslist komt van het Latijnse advéntus (=aankomst, nadering). Een collega-pastor vond ‘verwachtingstijd’ niet de beste vertaling: ze voelde meer voor ‘wachttijd’ omdat ze ‘de kunst van het wachten’ wilde aanbevelen: vaak weet je niet wat je te wachten staat en dat hoeft ook niet als je het (af)wachten op zich maar als een waardevolle ervaring beleeft en niet als verloren tijd.

Hoevinudie?
Weer een van Erasmus (Lof der Zorheid):
De belangrijkste voorwaarde voor gelukkig zijn is: dat je wilt zijn wie je bent.