Eieren!
Ik krijg de laatste tijd gratis biologieles. Sinds er aan mijn tuinterrasmuur een mezenpaartje het vogelkastje in gebruik heeft genomen en ik via een verborgen cameraatje daarin op mijn computer de verrichtingen ervan kan volgen, leer ik het proces van mezenvoortplanting grondig kennen. Het begon met het aanslepen van mos, takjes en draadjes door (denk ik) het mannetje. Daarin werd een soort knikkerkoetje uitgehold. Na enige dagen vloog (denk ik) het vrouwtje af en aan om de eerste eitjes onder het dons te leggen en zo ineens waren er duidelijk zes zichtbaar die boven het dons lagen en waar na korte tijd het vrouwtje (dat weet ik zeker!) plaatsnam om er voorlopig niet meer af te komen. Ze beweegt permanent een beetje en pikt met haar snaveltje regelmatig naar beneden. Mijn huisgenoten zeggen dat dat is om de eitjes te keren en zo alzijdig warm te houden. Het mannetje heb ik verder nog niet binnen gezien, maar die zal zijn geliefde toch niet laten verhongeren: de broedtijd schijnt twee weken te zijn. Elke ochtend begroet ik de aanstaande moeder zonder haar te storen. Zij weet van niets. Ik houd u op de hoogte.
Antigone
Vorige week heb ik Ivo van Hove’s Antigone gezien in de Amsterdanmse Schouwburg. Het stuk van Sophocles kregen we vroeger op Hageveld te vertalen en ik herinner me nog dat ik een goedkeurend g-tje kreeg van de huiswerknakijkende leraar die had gezien dat ik een accent aigu had gezet op ‘zal’ bij ‘Hem zál ik begraven!’. Het stuk heeft me altijd ontroerd o.a. door het ‘polla-te-deina’-fragment over de angstaanjagendheden van de schepping waarvan de mens het summum is, maar ook door de latere versie van Jean Anouilh. Nu was Juliette Binoche de sterspeelster. In de recensies kreeg ze kritiek op haar ‘schreeuwerigheid’, maar van mij had ze nog wel explosiever mogen zijn, al paste dat niet in de terughoudende (en daardoor extra spannende) regie van Van Hove. Die intussen een internationale topregisseur is: Bowie eet uit zijn hand! (Of andersom?).
PSV tegenover Bootvluchtelingen
Wat er in de wereld aan de hand is en wat het dagelijks Journaal ons voorzet, valt soms voor een gewoon mens niet te verwerken. Meteen na de beelden van veel verdrinkende mensen in de Middelandse Zee kregen we de uitgelaten kampioenschapvierders in Eindhoven. Terwijl ikzelf net aan een goed glas wijn met een lekker toastje Franse kaas toewas. Eigenlijk kan ik ‘het’ niet meer volgen (om met Farce Majeure te spreken). Misschien is de wereld altijd al wel zo geweest en is het verschil alleen dat we nu alles te zien krijgen. Ik bewonder mensen die alles om ons heen goed aankunnen zonder kop-in-’t- zand, maar of ik mezelf daartoe mag rekenen….
Apparatendictatuur
Toen ik in de trein zat op de terugreis uit Amsterdam, kwamen er vlak voor het vertrek vier leuke, vrolijke, jonge (rond de veertig?) vrouwen binnen die kennelijk een dagje uitgeweest waren. Ze hadden het beslist gezellig met elkaar tot ze hun plaats hadden ingenomen op twee zitbanken tegenover elkaar. Ze zaten nog niet of alle vier trokken hun mobiel uit hun tas en vanaf dat moment was er volledige stilte en was ieder tijdens de hele reis geconcentreerd met andere mensen -ergens in de wereld- bezig. SMS-sen heet dat, geloof ik. Mijn sympathie voor ze was ineens verdwenen. Ten onrechte? Misschien, maar vriendschap en gezelligheid houden voor mij toch wat anders in dan samen SMS-sen.
Hoevinudie?
Weer twee:
1. Een goed gedicht is niet te snappen.
2. Ik heb meer met appels dan met app’s