Feest – Opvang – Rijksmuseum – Hoornaar – preek H. Hart – WA+M in Hoorn – Hoevinudie?

Feest – Opvang – Rijksmuseum – Hoornaar – preek H. Hart – WA+M in Hoorn – Hoevinudie?

Gouden Feest
Nou, dat was het! Vorige zondag heb ik met velen mijn 75ste verjaardag en 50jarig ambtsjubileum mogen vieren: het was een dag om niet te vergeten. Eerst in de voormalige Engelbewaarders, daarna in het zondagse Hoorn en tenslotte in het Foreestenhuis. Alle belangstellenden zal ik nog een verslagbrief sturen, maar ook hierbij dank ik iedereen die de sfeer kwam verhogen op welke manier dan ook. We begonnen en eindigden met koffie maar daartussen lagen: begroeting-ontmoeting, aparte en originele kerkdienst, borrel met alles erop en eraan, ‘een middagje Hoorn’, prosecco in de Bijbeltuin en diner met speeches, gezang van zelfgemaakte liederen, aanbieden van een echte appelboom waar Adam (en Eva!) jaloers op zou(den) zijn -hij groeit nu in mijn tuin- en heerlijk eten en drinken. Een knalfeest. Ik ben er een stuk jonger van geworden! Bij deze gelegenheid heb ik alle website-nieuwsstukjes van de afgelopen tien jaar in een boekje gezet: ik heb er nog een flinke hoeveelheid van beschikbaar. Als u er een exemplaar van wilt krijgen: even een seintje en het wordt u gratis toegezonden.

Opvang
Vorige week was er hier in het Hoornse stadhuis weer de jaarlijkse avond van de Raad van Kerken over de noodopvang in Hoorn. De wethouder kon weinig opvangwoningen toezeggen: alles lijdt onder de crisis. Er zijn in Hoorn nogal wat zwervenden (ook uit West Friesland) maar met een paar containers zijn die niet geholpen. Veel toezeggingen, in het verleden gedaan, worden niet waargemaakt. Gelukkig draait het Hoornse Opvangcentrum goed, maar daar mag je maar een korte tijd blijven. Feestvieren is gemakkelijk, maar op straat overnachten niet.

Het Rijks
In het begin van deze maand is het me gelukt zonder in de wachtrij te staan het vernieuwde Rijksmuseum te bezoeken. Ik kwam er kennelijk op een gunstig moment. Erg genoten natuurlijk, al had ook ik er wat meer de lijn van de Nederlandse geschiedenis willen terugvinden. Maar goed: ik zag prachtige dingen. Wat me direct opviel was het gedicht van Vondel aan de muur van de grote hal dat ik vroeger op Hageveld al in de Nederlandse les in mijn hoofd heb gezet: “Aen d’Amstel en aen ’t Y daer doet sich heerlijck ope sij die als keyserin de croon draeght van Europe”. Ik heb er indertijd niet bijgeleerd wat er in het Rijks aan toegevoegd is (volgens de onderzoekers waarschijnlijk bedacht door Joseph Alberdingk Thijm): ” ’t Geschiedjuweel dat blinckt aen dien doorluchten krans, vindt in dit heilighdom sijn echten wederglans”. Vondels tekst is het begin van een langer loflied op Amsterdam -zo zag ik in mijn volledige Vondeluitgave- maar in wat ik heb van Alberdingk Thijm kon ik geen bevestiging vinden van diens auteurschap van de erbij geplaatste regels.

Hoornaar
Hier in Hoorn wordt al eeuwen onderscheid gemaakt tussen Hoornaars (=Horenaars) en Horinezen. De eersten zijn import, de tweeden zijn de in Hoorn geborenen uit echte Hoornse families. De grens is dus niet zo duidelijk te trekken, maar toch ben je een beetje tweederangs als alleen maar Hoornaar bent en geen Horinees. Laat ik nu vorige week in de NRC lezen dat ‘hoornaars’ ook een gifspuitend soort wespen zijn in de Jordaanvallei van Israël waarvan gezegd wordt dat één steek een paard onmiddellijk kan doden. Ik ben gelukkig geen paard, maar doe voortaan net of ik een echte Horinees ben. En Hoornaars kunnen me gestolen worden.

H. Hart

In sommige parochies wordt altijd in juni het Heilig Hart-feest gevierd. Zeker als dat tevens het patroonsfeest is, zoals in Heerhugowaard De Noord. Ik werd uitgenodigd bij die gelegenheid te preken. Ik laat hier de tekst ervan, die misschien een beetje eigenzinnig is, volgen:

Preek in H. Hartkerk van Heerhugowaard-De Noord op 7 juni 2013.

Zusters en Broeders,
pastor Marion heeft me gevraagd vanavond de overweging te houden. Ik mailde haar terug dat ik daar niet veel voor voelde omdat ik geen H. Hartfan ben. Wel van de parochie, maar niet van de devotie. Ze mailde terug dat dat haar juist nieuwsgierig maakte. En dus zat ik er aan vast. Zo zijn vrouwen, hoorde ik iemand zeggen.
Waarom ben ik nogal kritisch als het over de H. Hartdevotie gaat? Ik ben er wel mee opgevoed: ook bij ons thuis stond een heilig hartbeeld. Bij de buren stond er een eeuwigdurend brandend lampje voor, dat vond mijn moeder wel wat overdreven: pinksterbloemen was genoeg.
In de kerk van mijn geboortedorp, Onderdijk, werd de hoge preekstoel na het concilie vervangen door een standaard op het priesterkoor, dan kon de preek meer aansluiten bij de lezingen. Waar eerst de predikant zijn kans had gehad op de grote, brede preekstoel(bij veertigurengebed enzo), kwam het gekleurde heilig hartbeeld te staan met het grote rode hart en met de handen gespreid als vleugels, zegenend over de gelovigen. Een beetje overdreven vond mijn moeder die er altijd vlak onder zat – je had toen nog vaste plaatsen! – en zich meer bedreigd dan gezegend voelde.
Op het seminarie deden ze er minder aan. Je moest wel de geschiedenis weten van Margaretha Maria Alacoque die in de zeventiende eeuw heilig hart-visioenen had gehad en op 13 mei 1920 heilig verklaard werd. Deze kerk is mede daardoor zo genoemd. Margaretha Maria ligt in een glazen kist -waardoor je haar zo ziet liggen- bewaard in de prachtige Romaanse Mariakerk uit de elfde eeuw van Paray le Monial in Midden Frankrijk. Ik heb die -nu genoemde H. Hartkerk bezocht, niet om haar, maar omdat het een in het klein uitgevoerde nabootsing is van de grootste middeleeuwse kerk in Frankrijk: die van Cluny (bij Taizé) die bij de Franse revolutie werd verwoest. Om te weten hoe die Clunykerk eruit zag, moet je naar Paray le Monial en die dan in je voorstellingsvermogen tien keer zo groot.
Maar bij het vak kerkgeschiedenis leerden we dat de h. hartdevotie een reactie was én op de Franse revolutie (vrijheid, gelijkheid, broederschap) en op de Verlichting (gebruik je verstand ook bij het geloof) en wij waren als studenten vóór revolutie en voor het verstand! Daarmee werd het gevoelsgeloof, de devoties, de sentimentele beelden, de eerste vrijdagverplichtingen en de rozenkrans-met-uitstelling, kortom de volksdevotie, naar de afvalbak verwezen. Gebruik je verstand, ook bij je geloof.

U begrijpt dat een priester zoals ik, die door het concilie en de moderne theologie is heengegaan, daar flink aan heeft meegedaan. Weg met die vroegere Roomse vromigheden, beeldenstorm is wel wat overdreven maar het sentimentele mag het verstandige niet wegdrukken.
Hier sta ik -in de H. Hartkerk-: ik ben niet anders.

Maar misschien bekeer ik me nog wel! Om twee redenen.
Ten eerste: de laatste tijd wordt er -vooral door vrouwelijke theologen- weer gepleit voor meer gevoel bij het geloven. Theologie is een wetenschap, daarbij speelt het verstand een hoofdrol. Maar onze gevoelskant, onze intuïtie en onze artistieke antenne, onze symboolgevoeligheid kunnen ons óók helpen bij onze geloofsbeleving en geloofsverdieping. Misschien zelfs bij onze geloofsvernieuwing. Niet dat dan direct Margaretha Maria om de hoek komt kijken, maar doorslaan naar ‘alleen maar verstand’ is niet goed voor je geestelijke gezondheid.
Ten tweede: grote geestelijke voorgangers zoals Alfons Arïens, Dom Helder Camara en misschien onze nieuwe paus hebben geconstateerd dat intellectuele geleerdheid -hoe waardevol op zich ook- ons soms verwijdert van sociale verantwoordelijkheid, vooral voor zgn. minder ontwikkelden en psychisch of fysiek beperkten. Je moet als christen niet alleen meedenken maar ook meevoelen met je medemensen. Laat niet alleen je geest maar ook je hart spreken!

Toch iets om over na te denken!

Amen.

Koningsbezoek
Op hun snelle vaart door Friesland en Noord Holland kwamen Willem Alexander en Maxima ook door Hoorn. De klokkenluiders zouden alle kerkklokken van Hoorn tegelijkertijd laten luiden en als het zover was gewaarschuwd worden via mobieltjes. Maar op het moment suprême was het net overbelast en werkten die dingen niet. Toen moest er gerend worden van de ene kerk naar de andere -voor de insiders: het leek wel de aflatentijd!- om de zaak op gang te krijgen. Ik volgde het gebeuren op de televisie maar ik heb niets gehoord van het gelui. Een van mijn huisgenoten was ter plaatse. Die had erg genoten, ook van de wuivende mensen achter de ramen van de huizen waar ze langskwamen en die binnen moesten blijven. Horinezen en zo.

Hoevinudie?
Tijdens mijn feestdag bezocht ik met mijn broers en zusters dus de bijbeltuin van het Foreestenhuis op het Hoornse Grote Oost. Peter Kik leidde ons rond: ze hebben daar bijna honderd planten en struiken staan die in de bijbel voorkomen. Sommige doen het niet zo goed in ons kikkerkland. Er groeide ook ‘Aloë’. Ik las ergens dat Alexander de Grote deze balsemplant zo kostbaar vond dat hij de oorspronkelijke groeiplek ervan (Socoltra in Arabië) door een apart leger liet veroveren om die te bemachtigen. Nou vooruit, hij de Aloëplant, maar van mijn appelboom blijft hij af!