Geleerd – Fietservaring – Meevallers – Dikke Peren – Hoevinudie?

Geleerd – Fietservaring – Meevallers – Dikke Peren – Hoevinudie?

Weer wat geleerd!
In Trouw van 10 augustus stond een advies van hovenier Jan dat bij mij in de tuin van toepassing is. Plant nooit twee boompjes van hetzelfde soort in elkaars nabijheid zonder andere eromheen. De natuur roept die twee dan nl. op om met elkaar te concurreren: ze willen alle twee de grootste, flinkste, gezondste en vruchtbaarste zijn en dat betekent dat er één weggediscrimineerd wordt. Door de tuinman (c.q. –vrouw) en zelfs door moeder natuur. Als je -naar het voorbeeld van Luther- boompjes plant, dan minstens drie. Dan ontstaat er een heel andere verhouding: bewondering voor de grootste, extra liefde voor de kleinste en waardering voor de middelste die zich van de andere niets aantrekt. In onze tuin hebben we het uitgeprobeerd: twee pruimebomen na hun ondergang (de een ziek, de ander zonder vrucht) vervangen door drie kleintjes. En nu maar kijken wat ervan komt…

Fietservaring
Amsterdam wordt steeds meer een overspannen spin in een web. Tegenwoordig krijgen de toeristen, voor ze uitgeknepen worden door de commercie, soms het advies een fiets te huren en daarop naar het buitengebied te gaan. In de Hoornse binnenstad zag ik een waarschijnlijk buitenlandse vrouw stuntelen met een fiets. Na veel op- en afgehannes besloot ze naast het apparaat te gaan lopen en het ding mee te sjouwen in plaats van andersom. Het deed me denken aan hoe wij in onze jeugd leerden fietsen. Dat kon in mijn geboortedorp mooi op het onderpad waar geen auto’s mochten rijden. Ik juichte over mezelf toen ik voelde hoe het was om zelf te kunnen fietsen op de fiets van mij vader waarop ik onder zijn toeziend oog mocht oefenen. Ik was te klein om één been over de stang te kunnen slingeren en dus redde ik me door twee benen onder de stang door te wurmen en daarna toch op elke trapper één voet te manoeuvreren. De behendigheid van een kind! Aan kinderfietsen werd toen nog niet gedaan. Ik herinner me het fietsen leren als het begin van een nieuwe levensfase in mijn bestaan! En ik gun de stuntelende vrouw ooit eenzelfde levensvreugde: ‘Ik kan fietsen!!’. God zij gedankt dat er fietsen bestaan, al of niet elektrisch.

Meevallers
Van de week stortte mijn humeur in toen ik merkte dat ik twee onmisbare dingen kwijt was: mijn telefoon en een vleugeltje van mijn bril. Ik zag me al hulpeloos naar de mediamarkt gaan en naar de brillenwinkel, terwijl die misschien wel gesloten zouden zijn vanwege de Hoornse kermis. Ik kon niet vooraf bellen en ik kreeg een zere neus als ik mijn bril opzette. Bij de koffie zei mijn broer: Ik bel je nummer, misschien horen we hem. En ja hoor: luid en duidelijk, maar nergens te zien. Wat bleek? In de koektrommel onder de biskwietjes! Zeker bij het vroege koffiezetten verstoppertje gaan spelen! Bleef over: een pijngevoelige neus, maar gelukkig kreeg ik bezoek van een gepensioneerde horlogemaker. Echt waar! Ik deelde mijn smart en hij zei: geen probleem ik haal wel even een oude bril en een schroevendraaier. Binnen de kortst mogelijke tijd had ik weer beide vleugeltjes en de nieuwe zit extra lekker! En mijn humeur? Kon en kan niet meer kapot!

Dikke Peren
Nog even over onze tuin. Ook daar heb je mee- en tegenvallers. Terwijl de bloemenpracht in de voortuin aan de straatkant -nu uitgebloeid- een ware kleurenpracht vertoonde, deed zich in de buxushaag het drama van de vraatzuchtige rupsen voor. Geen blaadje bleef onaangeroerd. We waren nogal in paniek: we hebben in het voorjaar veel jonge buxus geplant. Het lijkt er nu op dat het jonge goed deze aanval zal overleven, maar de plantjes zijn ernstig beschadigd. Het is nu bijna september: de appeloogst valt erg tegen, al zijn ze wel flink van formaat. De peren zijn flink aan het ‘zetten’. Zowel het aantal als het gewicht belooft heel wat. We zullen zien. En proeven!

Hoevinudie?
Bij het opruimen van mijn kamer zag ik dat ik al jaren ergens boven mijn bed een ingelijste wijsheid van de grote Gezelle had hangen: ‘Gij en kent nooit de Weerd eer Gij zit rond zijn Heerd’. Een oproep tot gastvrijheid en gezelligheid van mijn Westvlaamse voorkeurdichter. Toch overweeg ik haar (niet: hem) eens een keer te vervangen door een advies van een andere ‘dichter’: ‘Houd eens op met dat klagen over anderen. Doe er zelf wat aan!’.