Laat – Bed I – Bed II – Brussel – Concert – Hoevinudie?

Laat – Bed I – Bed II – Brussel – Concert – Hoevinudie?

Laat
Ik ben deze keer een slag op achter geraakt met het schrijven van deze stukjes. Dat kwam natuurlijk door alles wat er in de actualiteit van deze dagen aan de hand is. In mijn geval begon het met een ruime week ziek zijn: blaasontsteking. Een stevige kuur van antibiotica helpt je ervan af maar voor je weer op sterkte bent, ben je twee weken verder. ‘Een jasje uitgedaan’ is een rake uitdrukking. Daarna de afgrijdselijke aanslagen in Brussel en alles wat die met zich meebrachten: ik kom er zo op terug. En dan weer iets totaal anders: de toch nog plotselinge dood van ons aller Johan Cruijff. Ik laat het aan anderen over om daarover te schrijven, maar -zelf geen voetballer- ben ik door mijn huisgenoten voldoende ingelicht om te beseffen wat een geniaal mens hij geweest is. Het nieuws over hem spoelt als een zee over ons heen: bewondering, trots, totaalvoetbal als kunst, zestiger jaren, genialiteit… en nog veel meer gaat er om in onze herdenking. Bedankt, Johan!
Ik had al eerder een wat langer stuk klaarliggen voor deze rubriek naar aanleiding van de nieuwe gegevens over de dalende kerkelijke en religieuze betrokkenheid in Nederland. Best moeilijk om daar wat verstandigs over te schrijven, zeker als het kort moet zijn. Maar door de actualiteit lijkt het me beter dat voorlopig terzijde te leggen. Misschien de volgende keer.

Bed I
Een van de dingen die je bij ziekte -ook zonder koorts- gaat doen, is nadenken over je bed. Je beseft dat dat je toevlucht is als alles waar je zin in had je voorlopig gestolen kan worden. En ik ging beseffen: ik ben toe aan een nieuw bed! Een van mijn zussen zal me vast wel willen helpen bij het maken van de juiste keuze. Een hoger-lager-ledikant hoeft niet: ik lees nooit in bed en mijn dromen zijn veel mooier dan welk tv-programma ook. Maar een matras: die moet goed voor je rug zijn en volop toegang geven tot het dromenland. Gelukkig geen probleem om tegenop te zien: mijn bed voor de komende jaren komt er, ik heb er voor gespaard.

Bed II
Het is zover gekomen: vlak voor mijn ziektebed heb ik een heel ander bed ervaren: de film van Jan Siebelinks ‘Knielen op een bed violen’, voor mij een boek en een film om nooit te vergeten. Hoe kwam die vader zo? Meestal ontwijk ik films die naar boeken zijn gemaakt (bijbelfilms bv, behalve Pasolini’s Il Vangelo secondo Matteo) maar deze heeft me wel geraakt. Bovendien kijk je je ogen uit: mooi geacteerd, mooi geënsceneerd, prachtige beeldtechniek. Ik geloof niet zo in ‘het Licht zien’ maar sommigen raken er kennelijk van ondersteboven. Maar wee de onuitstaanbare zwarte mannen! De pastorale zorg ter genezing van slachtoffers van dat soort religie lijkt me erg zwaar, voor de omgevenden maar ook voor de therapeuten en psychiaters. Beter geen religie dan zoiets. En hartverwarmend was de opvang -voor zover mogelijk- door degenen die hem echt liefhadden.

Brussel
Wat er in Brussel gebeurd is -en nog gebeurt- zal ons nog jaren bezighouden. Gelukkig ebt de angst en de verwarring bij de niet direct betrokkenen vaak wel weer wat weg, maar leven zonder argwaan en zonder uiterste waakzaamheid zit er voorlopig -zeker voor de ‘officiëlen’- niet in. Laten we hopen en er een beetje op vertrouwen dat de gezagdragers raad weten met de situaties waarin hun verantwoordelijkheid tot het uiterste wordt uitgedaagd.

Concert
Nog niet helemaal genezen stond ik voor de opgave om waar te maken waar ik voor gevraagd was en wat ik beloofd had: het ‘brengen’ (goed voorlezen) van de tussenteksten bij de uitvoering van Haydn’s ‘Die sieben letzten Worte Unseres Erlösers am Kreuze’ door een prachtig kieinkoor in Dirkshorn en in Wognum o.l.v. mijn oud-dorpsgenoot Jan Laan. Ik stond soms niet al te vast op mijn benen, maar het ging goed. Ik heb genoten van het stuk zelf, van de uitstekende zangkunst en van de dirigent. Gelukkig lukte mijn bijdrage -getuige de positieve reactie van verschillende kanten- ook goed: men heeft, denk ik, niets gemerkt van mijn lichamelijk ongemak.

Hoevinudie?
Komt een man bij de dokter.
Assistente: Hoe heet u?
Man: Pieterse.
Geboortedatum?
Twaalf april 1938.
Wat gek, wij hebben hier op die datum wel ene meneer Jansen staan!
Patiënt: Ja, die bedoel ik!