Nieuwe vormen? – Modern? – Humortaal – Leenboeken – Hoevinudie?

Nieuwe vormen? – Modern? – Humortaal – Leenboeken – Hoevinudie?

Nieuwe vormen?
Intussen hebben we de seculiere (= niet zozeer kerkelijke) nationale gedenkdagen die elk jaar terugkeren in ‘ons’ Nederland, weer achter de rug: konings(verjaar)dag, gevallenenherdenkingsdag en bevrijdingsfeest: resp. 10 j. en 56 j., 83 j. en 88 j. Onze koningsdag vergelijkend met de kroningsdag in Groot-Brittannië kun je je afvragen: wat is beter: de modernisering -elk jaar een beetje- zoals in Rotterdam of de traditie -zo oeroud mogelijk- zoals in Engeland? Willem-Alexander en Maxima kiezen voor ‘zo gewoon mogelijk doen met inschakeling van de bevolking’, Charles en Camilla voor ‘zo plechtig mogelijk met verwijzing naar het bovennatuurlijke en het maatschappelijk standsverschil’. Ik herken daarin de verschillende opvattingen die ook in de kerkelijke en theologische wereld steeds weer opspelen: gaat het om het mysterieuze of om het sociale. Ik kies voor het laatste: het ons eigene is vroeger veel te veel weggedrukt voor het alternatieve.

Modern?
In onze familie hadden we -iets verder in de meimaand- nog een andere feestelijkheid: de jongste zoon van onze jongste broer en zijn vrouw trouwde in New York met een dochter van een sterk katholieke familie. Ze blijven daar wonen, het contact zal dus voortaan wel het meest verlopen via de ICT. Het is mij opgevallen dat de kerkelijke vormgeving in de USA nog sterk de trekken van de oude roomse voorschriften aanhoudt, dus meer van bovenaf geregeld en weinig creatief. Zijn wij in Holland dan toch anders ingesteld geraakt na het Tweede Vaticaans Concilie? Ik hoop van wel.

Humortaal
Naar aanleiding van het overlijden van Paul van Vliet zag ik een foto waar hij opstond met Youp van ’t Hek. Ze waren volgens het bijschrift nogal bevriend, wat me verbaasde omdat de taal die ze uitsloegen nogal verschillend was: de een betrekkelijk deftig en beschaafd, de ander nogal grof en onbehoorlijk. Daarover nadenkend ging ik beseffen dat cabaretiershumor kennelijk door kan komen in verschillende soorten taal. ‘De sociale lagen van de taal’ noemde mijn vroegere Hageveldse leraar Nederlands, Gé van der Poel, dat. In het fotobegeleidende artikel stond verder dat ze beiden ‘het vak’ geleerd hadden van Freek de Jonge. Ik denk dat die intussen als meesternar is uitgegroeid naar een beschaafd niveau zonder ‘deftig’ te worden.

Leenboeken
Door het onderling uitlenen van leeswerk met goede vrienden kom ik de laatste tijd toe aan boeken die ik niet heb willen kopen maar toch wel gelezen wilde hebben. Een bibliotheeklener ben ik niet meer, vroeger wel, ik weet niet waarom. Zo kwam ik toe aan het boek van Dick Swaab: ‘Wij zijn ons brein’. Voor theologen en neerlandici niet zo interessant, maar medisch en psychologisch boeiend en geschreven in een vlot leesbare stijl. Alles wat er in ons lichamelijke ontwikkeling gebeurt, heeft te maken met onze hersenen, vindt hij. Hij geeft daar uitbundig veel voorbeelden van. Vooral de stukken over religie en oud- worden (o.a. Alzheimer) vond ik heel informatief. Maar jammer dat hij zich beperkt tot materialistisch denken.

Hoevinudie?
Journalist: Waarom komt u tegenwoordig nog zo veel op tv?
Jenny A.: Ze denken: Straks is ze er niet meer.
Journalist: Klopt dat?
Jenny A.: Ja, ik ga dood!
Journalist: Zingt u dan niet meer?
Jenny A.: Jawel, maar niet hier.