Opbraak – Huisvesting – Schouwburg – Tekstopslag – Hoevinudie?

Opbraak – Huisvesting – Schouwburg – Tekstopslag – Hoevinudie?

Opbraak

Ik weet niet of het woord bestaat -volgens Van Dale wél- maar: onze straat is opgebroken. Niet op één plek maar op meerdere. Het verkeer wordt omgeleid naar Twee- en Drieboomlaan, die daardoor nog moeilijker door te komen zijn dan anders. Het zal wel nodig en nuttig zijn, maar ons leven wordt er nogal door beïnvloed en het gaat niet over enkele dagen maar over enkele maanden, want er worden grondige vernieuwingen gepleegd zowel van het riool als van de netverbindingen. Toch -zo blijkt in de praktijk- heeft zoiets ook zijn aardige kanten: veel mensen spreken elkaar erover aan en helpen bij het door de ongemakken heen komen, terwijl anderen weer voor je uitzoeken wat de beste omweg is. Het sociale contact wordt er niet minder door.     

Huisvesting: solo of gedeeld?

Wij wonen in ons huis in groepsverband: niet solo maar pand-delend. Sommigen in een appartementje, anderen op een verhuurde kamer met op enige afstand douche, toilet en keuken. Intussen heeft ieder wel gemerkt dat twee waarden daarbij heel belangrijk zijn: vriendelijke omgang -liefst behulpzaam en beleefd- en respect voor ieders privacy. Er moet een evenwicht zijn tussen die twee: elkaar een eigen leven gunnen en meewerken aan een soort bescheiden vertrouwdheid en verantwoordelijkheid voor het geheel. Het beste leer je dat in de praktijk, het heeft te maken met een soort fijngevoeligheid voor het belang en de levenssfeer van een ander. Een gezinsleven is anders, een los van elkaar leven ook. Al doende leert men.

Schouwburg

Afgelopen vrijdagavond ben ik weer eens naar de schouwburg geweest. Ik had daarvoor een heel bijzondere reden: een oud-leerling van me op Hageveld, Kees Prins, had de tekst van het toneelstuk dat op het programma stond geschreven en zelf in eerste instantie gespeeld samen met Pierre Bokma.
Toen Kees nog een onbekende Heemsteedse jongen was, kwam hij met zijn tweelingbroer Huub in de klas te zitten waarin ik de leraar Nederlands en Dramatische Expressie mocht zijn. De moderne rector van de school had mij verzocht niet alleen Nederlands te geven maar ook een nieuw ingevoerd keuzevak ‘Drama’, waarvoor ik op het Amsterdamse nieuwe instituut voor dramaturgie aan de Nieuwe Doelenstraat de bevoegdheid zou behalen. Ik kreeg er les van professor Hunnigher, Erik Vos, Annemarie Prins e.a. Lang niet alle Hageveldse leerlingen waren geschikt voor dat nieuwe vak, maar Hageveld had een traditie hoog te houden. Behalve lessen werden er ook opvoeringen geleerd en Kees Prins blonk onverwachts uit als Puck in Shakespeare’s Midsummer-Night’s Dream. Wij als leraren hadden het gevoel een buitengewoon talent te hebben zien ontluiken! Zo zie je maar: soms is onderwijs een ontdekkingstocht, voor leerling en voor leraar.

Tekstopslag

Het zal wel weer met het oud worden te maken hebben, maar de laatste tijd komen er, als ik soms ’s nachts droom of weer eens last heb van slapeloosheid, teksten naar boven die ik blijkbaar ooit in mijn geheugen heb opgeslagen. Soms (fragmenten) van Vondel, Aafjes, Vroman, Vasalis, Achterberg, Andreus enz. enz. Van de week bleek ik een gedicht van A. Marja nog helemaal te kunnen declameren. Over het geheim van de dichtkunst en het contact met de lezer. Ik vind het nog steeds een topper en zeer geschikt om in een middelbare schoolklas te gebruiken bij de ‘uitleg’ van dichtkunst. Hier volgt het:

Als ik ga schrijven is het al geboren:
het schrijven is het knippen van de streng
en het vooroverbuigen om te horen
of het -men kan nooit weten van tevoren-
een lieveling zal worden of een kreng.

Ik had allang de lust hiertoe verloren,
wanneer er niet de wieg was van uw oren,
waarin ik leg wat ik ter wereld breng.

Hoevinudie?

Pietje: Meester, hoe oud bent u?
Meester: Ouder dan jij.
Pietje: Dat dacht ik al.