Pasen
Hoe beleef ik Pasen? In deze coronatijd heel anders dan voorheen. Veel kerkgang zat er vanwege mijn leeftijd en een pijnlijk been de laatste tijd toch al niet meer in, maar mijn achteruitgang in het bijwonen en eventueel leiden van kerkdiensten heeft een diepere reden. Ik krijg -met alle waardering voor degenen die zich inzetten voor een verzorgde liturgie- steeds meer het gevoel dat ik er niet meer zo bijhoor. Met Pasen heb ik bijvoorbeeld het evangelie van Marcus (het oudste!) nog eens goed gelezen en kreeg ik daarvan een heel andere indruk dan in de kerkelijke verkondiging gangbaar is. Het zien van Jezus na zijn dood wordt daar verbonden met ‘het hem gaan zien in Galilea waarheen hij u voorgaat’. Dat is natuurlijk symbolisch voor de weg van de navolgers naar ieders eigen leven en daarbij is een zoektocht naar zijn lijk niet van belang. Ik zou graag willen dat de preek in een kerkdienst wat meer gestoeld werd op modern bijbelonderzoek.
Politiek
Ik heb nooit op Rutte gestemd. Voor zijn inzet, deskundigheid, informaliteit en handigheid had ik bewondering, maar ik vond dat hij bij de verkeerde partij zat en dat zijn spraakvaardigheid een zekere vorm van oneerlijkheid verried. Bovendien wordt het langzamerhand tijd voor een opvolg(st)er die meer overweg kan met de hele kamer en niet alleen met de eigen partij. Ik hoop dat hij tegen zijn verlies kan, nu zijn cijfers dalen. En dat hij wat verder komt in het besef dat politiek niet alleen een spel is maar op een dieper idealisme moet steunen. En ik ben het eens met Hoekstra (niet mijn partij!) dat het niveau van de gedachtenwisseling in de Tweede Kamer wel wat inhoudelijker en gebalanceerder zou moeten zijn. Meer gesprekspartners dan elkaar bestrijders. Maar u denkt nu natuurlijk: De beste stuurlui staan aan wal!
Tweede prik
Komende donderdag mag ik in Purmerend de tweede anticoronaprik gaan halen. Men zegt dat je daarna nog twee weken anderen kunt besmetten en ik zal me dus nog niet gaan uitleven, maar daarna ga ik de bloemetjes buiten weer bewonderen, al moet ik me nog beperken tot mijn pijnlijke rechterbeen geopereerd is. Daarover heb ik nog geen bericht met de datum vanwege de wachtlijst, maar wel de zekerheid dat ik als operandus ben goedgekeurd. Voorlopig red ik het met pijnstillers, maar elke dag is er één.
83
Maandag na Beloken Pasen (12 april) word ik 83. Ik heb me afgevraagd of de meesten van mijn voorouders die leeftijd bereikt hebben. De grootvader naar wie ik genoemd ben, de vader van mijn moeder, in elk geval niet: hij stierf aan het eind van het trouwjaar van mijn ouders (1932) en werd maar 52 jaar. Ik heb hem dus niet gekend en hij mij niet. Mijn vader, die zelf bijna 88 werd, vertelde mij later dat zijn schoonvader een ‘prachtman’ was geweest en dat ik ook zo moest worden. Mijn andere opa, lange Jan Weel, was een heel ander type: meer gesloten en streng, maar arbeidzaam en humoristisch. Hij woonde naast ons met zijn gezellige vrouw zodat we toch graag naar hem en haar toegingen, zeker toen zijn gezin nog intact was. Hij werd 76 jaar, zij 85. De moeder van mijn moeder werd ook 85. Gelukkig is nu de gemiddelde sterfleeftijd van de Nederlandse man bijna 90.
Hoevinudie?
Deze keer twee:
Ik heb de zwijgzaamheid geleerd van de spraakzame, verdraagzaamheid van de onverdraagzame, vriendelijkheid van de onvriendelijke. Toch ben ik vreemd genoeg erg ondankbaar tegenover deze leermeesters. (Kahil Gibran)
‘Na de dood kun je geen ongeluk meer krijgen.’ (Albert Einstein)