Pinksterpreek 2017 – Vulgatavertaling – Jumbo – Zonnepanelen – Hoevinudie?

Pinksterpreek 2017 – Vulgatavertaling – Jumbo – Zonnepanelen – Hoevinudie?

Pinksterpreek 2017
Sommigen van u herinneren het zich misschien nog: vroeger waren er bij grote (kerkelijke) feestdagen allerlei soms oeroude gewoontes waarvan nu de meeste zijn uitgestorven. Of misschien alleen nog in bepaalde streken of plaatsen bewaard gebleven. Met Pinksteren bijvoorbeeld. Ik noem er een paar: rozenregen uit het sterrengat van het kerkplafond, dauwtrappen, luilak, hemelvaren -eigenlijk met Hemelvaart-, pinksterbloemen plukken (sering, iris, gele lis, margriet, koekoeksbloem, pioen, korenbloem, papaver (=klaproos) en natuurlijk pinksterbloem), pinksterdrie-rijden, witte eieren eten, bloembladeren conserveren enz. Misschien even ter verduidelijking: rozenregen = in de kerk werden van boven uit (liefst vanuit het sterrengat, als dat er was) rode bloemen -rozen of pioenen- neergestrooid over de kerkgangers als uitbeelding van de vurige tongen over de apostelen. Dauwtrappen deed je in de vroege morgen als je met blote voeten een grasland inging, want dauwnatte voeten gaven bescherming tegen zomersproeten en huidzeer. Je probeerde wat natte dauw in een potje mee naar huis te nemen want pinksterdauw was geneeskrachtig. Hemelvaren was een soort nachtprocessie naar bos, duin, dijk of zee: in alle vroegte, om niet te laat te zijn als Jezus bij zonsopgang ten hemel zou stijgen… Luilak was mensen wakker ratelen met oude kachelpijpen en conservenblikken op pinksterzaterdag, vroeg in de morgen. Pinksterbloemen plukken deed je tussen de koeien in de wei om in je huis het mariabeeld ermee te kunnen versieren of de ontbijttafel. Pinkster-drie rijden gebeurde door boerenjongens in de omgeving van Purmerend om verkering te krijgen. Witte eieren werden van Beloken Pasen tot Pinksteren gegeten als opvolging van de gekleurde paaseieren. En in je kerkboek liet je een mooi blad van een boom uitdrogen als bladwijzer: in antieke kerkboeken tref je er soms nog een aan.
Wat ik hiermee wil zeggen is: soms sterven oeroude gewoontes na een bepaalde tijd langzamerhand uit: ze hebben dan hun tijd gehad.
Misschien valt dat toe te passen op heel onze levensgang. De wereld om ons heen is intussen in de loop van ons leven heel anders geworden dan die van onze jeugd. Er is veel uitgestorven, soms geruisloos, soms bewust afgeschaft.
Wat heeft dat met Pinksteren te maken?
Ik denk heel wat. Als er in het Johannesevangelie staat dat Jezus heeft gezegd: ‘Ik zal u een andere helper zenden.’ (Joh. 14,16 en 14,26) en ‘Gij zult nog grotere dingen doen dan ik.’ (Joh. 14, 12), dan zit daarin dat ons leven wezenlijk meegaat met de tijd en dat er in de loop der eeuwen heel wat veranderingen te verwachten zijn.
Een andere helper? Is de Pinkstergeest iemand anders dan Jezus of de geest van Jezus? Komt er met Pinksteren een andere geest over ons? In de Griekse grondtekst staat er eigenlijk ‘een andere erbijgeroepene’ (‘parakleet’). Wat vindt u de mooiste vertaling: Trooster, Helper, Voorspreker, Pleitbezorger? In elk geval: een andere. Nu zal dat wel ook de Geest van God (ruach Adonai) zijn die alles tot stand brengt, maar hij wordt toch ‘een andere’ genoemd, die ons grotere dingen zal laten doen dan waar Jezus aan toe gekomen is!
Ik maak hieruit op dat er in onze geschiedenis niet alleen toevallige gewoontes uitsterven maar ook soms tamelijk diepgaande cultuurvormen. Dat onze wereld echt verandert naar de toekomst toe. En dat dat uitgaat van de andere Helper of Trooster.
We merken het iedere dag: de wereld blijft niet hetzelfde. Wen er maar aan!
Laten we de Geest van Pinksteren vragen ons voldoende bij de tijd te houden zo lang we leven.
Pinksteren vraagt van ons dat we niet vasthouden aan wat voorbij is gegaan, maar dat we ons toevertrouwen aan wat de Geest nu weer van plan is!
 

Bijbelvertalingen vanuit de Vulgaat
Op 26 mei kreeg ik een sympathieke mail van Jacques de Croo naar aanleiding van mijn scriptie op deze site over de Roomse bijbelvertalingen op basis van de Vulgata. Hij wees me erop dat ik daarin niet vermeld had dat er in 1732 een goed-roomse op de Vulgata gebaseerde bijbelvertaling is verschenen van de priester Andreas van der Schuur, aanbevolen door Neercassel en Codde van de oud-katholieke Cleresie en in die kerk nog in gebruik. Ik heb er nu wat naspeuring naar gedaan en inderdaad spijt het me nu dat ik deze ijverige bijbelman niet vermeldde. Hierbij! Ere wie ere toekomt!

Jumbo
Een rekkelijke geest is mij niet zo gegund: ik erger me soms (overdreven?) aan bepaalde verschijnselen die andere mensen heel gewoon vinden. Neem nou de tv-reclame. Ik zou willen dat de door de regering gesubsidieerde zenders daarvan verschoond bleven, maar dat schijnt de minister van financiën van het rijke Nederland niet te kunnen opbrengen. De nieuwste reclame van Jumbo luidt: ‘Zo haal je meer uit je zomer!’. Alsof die zomer ons eigendom is en teruggebracht kan worden tot een ‘bestedingsseizoen’. Met plofkippen en voordeelaanbiedingen die ten koste gaan van het milieu en een gezond agrarisch leven voor boeren die respect hebben voor dieren en planten. Zomer is een veel groter en grootser gebeuren dan boodschappen halen! Toch?

Zonnepanelen
Ze zijn er! Twintig zonnepanelen werden binnen één dag geïnstalleerd op ons dak. De kost gaat voor de baat uit, maar nu al zit de beloning in het gevoel dat we het gratis zonnelicht dankbaar gebruiken zonder het milieu te belasten. Langzamerhand groeit ons milieubewustzijn: we hadden al dubbele beglazing, we eten minder vlees, nu die zonnepanelen, zuinig met water, gas en voedseloverschot. Aan het isoleren van de muren moet nog eens wat gebeuren maar alles op zijn tijd. Twee idealen: natuurmens en natuurlijke mens. Aanbevolen!

Hoevinudie?
Boerenzoon Jaap mocht graag eens een keer uitslapen. Tegen de zin van zijn ouders die ‘vroegop’ en ‘meteen flink aan het werk’ hoog in hun zadel hadden. Toen zijn moeder hem voor de zoveelste keer riep, kaatste Jaap terug: ‘Moeder, ik vraag me af: waarom zijn wij eigenlijk op aarde?’ Moeder corrigeerde: ‘Nee, je moet je afvragen: waartoe zijn we op aarde!’