Voegen – Familie – Erasmus – Corona – Hoevinudie?

Voegen – Familie – Erasmus – Corona – Hoevinudie?

Voegen
Ons huis wordt gevoegd. Eerlijk gezegd had ik ik geen idee wat dat ‘voegen’ betekende, maar nu heeft de dienst doende vakman me dat haarfijn uitgelegd. De gemetselde muurstenen van een huis zijn met elkaar verbonden door twee lagen cement: die tussen de boven- en onderstenen en die aan de zichtbare voorkant. De laatste is maar dun en slijt door weer en wind in de loop der jaren. Na een jaar of veertig moet dat zichtbare buitenlaagje vernieuwd worden en dat heet ‘opnieuw voegen’. Daarna ziet de muur er weer uit als nieuw. Ons huis is van het begin van de jaren zestig, dus werd het hoog tijd. Onze voeger heeft plezier in zijn werk en houdt van zingen: ons huis leeft ervan op.

Familie
Een oomzeggend echtpaar uit mijn familie wilde wel eens weten waar wij vandaan komen. In Onderdijk en Wervershoof waren ze al op speurtocht geweest voor mijn vaders kant, nu was de achtergrond van mijn moeder aan de beurt: Ilpendam en De Purmer. Mijn zus en ik mochten gidsen: wij waren er vroeger meermalen geweest. Het was een boeiende ervaring. De boerderijen waar mijn moeders ouders zijn geboren stonden er nog, maar hun meelmolen en grutterswinkel hebben de tand des tijds niet doorstaan. Toch konden we wel wat van de verhalen die we vroeger meekregen plaatsen en naar boven halen. En we vroegen ons af of terugkijken in de familie door een jongere generatie normaal en algemeen is of dat we het met een uitzonderlijke belangstelling te doen hadden.

Erasmus
Bij het opnieuw indelen van mijn boekenkast vond ik een prachtig uitgegeven en inhoudelijk gevarieerd met veel illustraties boek over Erasmus. Daarin las ik onder meer de precieze tekst van het citaat uit zijn brieven dat ik boven deze site heb gezet. Hij schreef na zijn vertrek uit Leuven in september 1522 vanuit Basel (bij de drukkerij van Johannes Froben) aan Ulrich Zwingli in Zwitserland: ‘Ik verlang een wereldburger te zijn, gelijk voor iedereen, of nog liever: een vreemdeling voor allen!’. En op 1 februari 1523 aan Marcus Lauwerijn: ‘Ik wil een burger zijn van de hele wereld, niet van één stad. En medeburgers en gezellen zijn allen die ingewijd zijn in dezelfde studies.’

Corona – Groepscontact
Tot mijn vreugde ben ik in het normale leven verbonden met enkele studie-, discussie- en gezelligheidsgroepjes die meestal minstens eens in de maand bijeenkwamen. Maar in deze coronaperiode staan die uiteraard stil. Toch kreeg ik deze week alweer seintjes met de vraag wanneer we zouden kunnen hervatten. Sommigen vonden september, anderen waren voorzichtiger en zagen het opstarten van een nieuw seizoen nog niet zitten. Veel hangt uiteraard af van het misschien toeslaan van een nieuwe besmettingsgolf of het vinden en verspreiden van een vernietigend en effectief serum of vaccin. Ik bid om het laatste.

Hoevinudie?
William Shakespeare (1564-1616): Beknoptheid is wezenlijk voor humor.